Voor alle disciplines geldt dat wetenschappelijke integriteit van essentieel belang is voor het goed functioneren van wetenschap. Het gaat hierbij om gedragsnormen waaraan een onderzoeker zich hoort te houden om ervoor te zorgen dat zijn onderzoek betrouwbaar is en van goede kwaliteit. In de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit staan de vijf principes van goede en integere wetenschapsbeoefening beschreven. De gedragscode sluit aan bij internationale ontwikkelingen en is bruikbaar voor zowel fundamenteel als toegepast en praktijkgericht onderzoek.
Zuyd Hogeschool onderschrijft deze gedragscode. Ieder die vermoedt dat daaraan voor onderzoek waar Zuyd bij betrokken is, niet wordt voldaan, kan daarover een klacht indienen bij de Klachtencommissie WIO:
Het helder formuleren van de principes van goede en integere wetenschapsbeoefening en de daaruit voortvloeiende normen en zorg- plichten.
De leidende principes voor kwaliteit en betrouwbaarheid van wetenschap zijn:
De gedragscode vervult een drieledige rol:
Hoofdstuk 1:
Reikwijdte van de code: op welke activiteiten is de code van toepassing en wie zijn aan de code gebonden?
Hoofdstuk 2:
Definiëring en verdere toelichting van de vijf genoemde principes.
Hoofdstuk 3:
Uitwerking van de principes tot 61 normen. Voor goed onderzoek dienen deze normen door onderzoekers steeds in acht genomen te worden. De normen zijn verdeeld over de verschillende fasen van het onderzoeks- proces.
Hoofdstuk 4:
Zorgplichten voor de instelling om te zorgen voor een werkomgeving waarin goede onderzoekspraktijken worden bevorderd en gewaarborgd.
Hoofdstuk 5:
In welke gevallen leidt het niet naleven van de normen tot sancties of corrigerende en/of preventieve maatregelen.
Helderheid over de dataOptimale transparantie maakt een onderzoek herhaalbaar (reproduceerbaar en verifieerbaar).
Argumentatie over het onderzoeksproces moet helder zijn en de stappen controleerbaar.
Onderzoek doen dat wetenschappelijk en/of maatschappelijk relevant is