Skip to Main Content

Fysiotherapie: EBP: Wat en hoe

Evidence-based practice | EBP

Evidence-based practice (EBP) geldt als een belangrijke standaard in de hedendaagse zorg. Het helpt om tot betere klinische besluitvorming te komen. Maar wat is het precies en hoe pas je het toe?

► Bij EBP gaat het om het nemen van een beslissing op basis van:

  1. Het huidig beste wetenschappelijk bewijs
  2. De voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt
  3. De klinische expertise van de behandelaar/therapeut

Dit besluitvormingsproces vindt altijd plaats in een bepaalde context.

► De methodiek omvat vijf stappen (zie figuur 1.2 in Stegeman & Koningsveld-Kortekaas, 2017, p. 6):

  1. Het klinisch probleem vertalen in een beantwoordbare vraag
  2. Het efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal
  3. Het kritisch beoordelen van de gevonden evidence op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid
  4. Het nemen van een beslissing met de patiënt op grond van de beschikbare evidence. En implementatie hiervan
  5. Het regelmatig evalueren van de kwaliteit van dit proces 

Deze methodiek wordt via bovenstaande tabbladen toegelicht.

Zie: Dobber et al., 2021, p. 24Hoegen et al., 2020, p. 21; Stegeman & Koningsveld-Kortekaas, 2017, pp. 5-7

Inhoudelijk is tevens info overgenomen uit (verpleegkundige) literatuur. Uiteraard blijven de EBP principes overeind.

  • Dobber, J., Harmsen, J., & Van Iersel, M. (2021). Klinisch redeneren en evidence-based practice: Weloverwogen besluitvorming door verpleegkundigen (2e herziene editie). Bohn Stafleu van Loghum. (ook digitaal voor Zuyd)
  • Kuiper, C., Verhoef, J., Munten, G., & Hoegen, P. (Reds.). (2020). Evidence-based practice voor paramedici: Gezamenlijke, geïnformeerde besluitvorming (5e druk). Boom. (ook digitaal voor Zuyd)
  • Stegeman, I., & Koningsveld-Kortekaas, M. (2017). EBP praktisch. Bohn Stafleu van Loghum. (ook digitaal voor Zuyd)
  • Verhagen, A. P., & Alessie, J. (2018). Evidence based diagnostiek van het bewegingsapparaat (2e herziene druk). Bohn Stafleu van Loghum. (ook digitaal voor Zuyd)

EBP komt dus tot stand op basis van een aantal deelaspecten. Het is goed om deze begrippen te duiden:

► Evidence

Vaak wordt dit 'vertaald' als wetenschappelijk bewijs, dat liefst is voortgekomen uit randomized controlled trials (RCT's). Voor verpleegkundige beroepen geldt echter dat de effectiviteit van een behandeling vaak ook wordt aangetoond in de beroepspraktijk (Browne & Keely, 2004, in Hoegen et al., 2020).

Gebruik de piramide van bewijsvoering (bv. in Hoegen et al., 2020, p. 29) om te bepalen wat het huidige beste bewijs is.

► Kennis

Door Van Dale gedefinieerd als "het geheel van wat iemand weet". Kennis kan veel verschillende herkomsten hebben:

  • Propositionele kennis is gebaseerd op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
  • Professionele kennis is ontstaan tijdens een beroepsopleiding en in de praktijk opgebouwde ervaring.
  • Persoonlijke kennis komt voort uit iemands eigen levenservaring.

Zowel de behandelaar als de patiënt bezit specifieke kennis. Dit leidt tot bepaalde wensen en verwachtingen wat betreft de behandeling. De zorgverlener  behoort de patiënt goed te bevragen om erachter te komen waaruit deze wensen bestaan.

► Context

Hiermee wordt de setting van het besluitvormingsproces bedoeld. In wat voor omgeving vindt deze plaats? Wat is eraan voorafgegaan? Probeer hieraan duiding te geven en hierop in te spelen.

Zie: Hoegen et al., 2020

De EBP-methodiek bestaat uit een vijftal stappen:

1. Het klinisch probleem vertalen in een beantwoordbare vraag

► Een beantwoordbare vraag is niet te beantwoorden met 'ja' of 'nee'. Zorg er dus voor dat je de onderzoeksvraag open formuleert.
► De meeste klinische vragen bevatten de elementen Populatie, Determinanten en Outcome.

  • De populatie bestaat uit mensen met dezelfde belangrijke kenmerken als de patiënt. Bv.: oudere patiënten met longontsteking in het ziekenhuis.
  • Determinanten zijn factoren die het ontstaan of het verloop van een ziekte veroorzaken, bevorderen of beïnvloeden. Bv.: roken, of een bepaalde interventie.
  • Outcome is datgene waarin de behandelaar is geïnteresseerd. Dit is een variabele, bv.: pijn, zelfredzaamheid, mobiliteit, ...

2. Efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal

► 'Het beste bewijsmateriaal is bewijsmateriaal waarbij (1) het klinische probleem voldoende overeenkomt met de klinische vraag, (2) de patiëntenpopulatie voldoende overeenkomt met de eigen patiënt, en (3) het niveau van bewijs zo hoog mogelijk is' (Dobber et al., 2021, p. 128).
► Ga in verschillende databanken op zoek, zoals: PubMed, CINAHL, Cochrane Library en Embase. Pas liefst de bouwsteenmethode (PICO) toe. Klik op de links om per databank de bijbehorende LibGuide te openen.

3. Kritisch beoordelen van de gevonden evidence op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid

Het wegen van de kwaliteit en toepasbaarheid van evidence gebeurt door middel van checklists. (Zie: Dobber et al., 2021, p. 295 en verder)

 

Via bovenstaande link zijn te vinden:
(1) Checklist beoordeling diagnostisch accuratesseonderzoek, (2) Checklist beoordeling cohortonderzoek naar etiologische factoren, (3) Volledige checklist van een patiëntcontroleonderzoek, (4) Checklist beoordeling prognostisch onderzoek, (5) Checklist beoordeling RCT's, (6) Checklist generaliseerbaarheid, bruikbaarheid en geschiktheid van de experimentele interventie, (7) Checklist beoordeling SR van RCT's, (8) Checklist beoordeling kwalitatief onderzoek, (9) Checklist van veelvoorkomende effectmaten.

4. Samen met de patiënt beslissen op grond van evidence en implementatie hiervan

► Deze stap van het EBP-proces staat ook bekend onder de noemer shared decision-making (SDM).
► SDM zorgt niet alleen voor een hogere patiënttevredenheid, maar ook voor een hogere therapietrouw (Verheij, 2015, in Stegeman & Koningsveld-Kortekaas, 2017, p. 33 en verder).
► Centraal in SDM staat het wederzijds uitwisselen van informatie. De therapeut of zorgverlener licht de patiënt voor over de voor- en nadelen van de verschillende behandelopties. (Voor meer informatie over de verschillende te voeren gesprekken in dit proces, zie Hoegen et al., 2020, p. 69 en verder.)
► Er zijn meerdere keuzehulpen beschikbaar. Deze maken de af te wegen alternatieven inzichtelijk.

5. Regelmatig evalueren van de kwaliteit van het proces

Bij het in uitvoering brengen van EBP is het belangrijk om telkens te reflecteren over het proces: In hoeverre is deze toepassing zinvol en van toegevoegde waarde?

► "Voor de cliënt is het belangrijk of de behandeling of zorg effectief is, minder bijwerkingen heeft dan alternatieve behandelingen, aansluit bij zijn wensen en verwachtingen, en in het algemeen de kwaliteit van de geboden zorg verbetert." (Hoegen et al., 2020, p. 67)
► "Voor jou als zorgverlener is het van belang of het resultaat overeenkomt met het bewijs, bijdraagt aan efficiënte en effectieve zorgverlening, beslissingen in je handelen onderbouwt, bijdraagt aan je eigen professionele ontwikkeling, of je werkplezier verhoogt." (idem)

www.zuyd.nl | Disclaimer | Over Zuyd Bibliotheek