Op deze pagina vindt je een overzicht van procesmodellen, assessments en interventies, die interessant zijn binnen de ergotherapie.
Een procesmodel is een voorstelling van een proces, waarin bouwstenen van een proces op een logische manier met elkaar worden verbonden.
Een assessment is een methodiek van psychologisch onderzoek, die al deze facetten expliciet bevordert. Het is een collaboratieve diagnostische methode, waarin de cliënt niet enkel bron is van informatie maar ook actief participeert in het onderzoek.
Een interventie is een activiteit of maatregel die door ergotherapeuten wordt ingezet om mensen te ondersteunen bij het verbeteren van hun vermogen om dagelijkse activiteiten beter aan te kunnen.
Hieronder een overzicht van websites op het gebied van procesmodellen, assessments en interventies.
--------------------------------------------------------------------------------
COSMIN helpt je bij het selecteren van de meest geschikte meetinstrumenten. COSMIN richt zich op het verbeteren van de selectie van assessments, zowel in onderzoek als in de klinische praktijk, door methodologie en praktische hulpmiddelen te ontwikkelen voor het selecteren van het meest geschikte meetinstrument.
--------------------------------------------------------------------------------
Op de website van de Eastern Michigan University wordt een overzicht van bronnen aangeboden. Deze zijn vrij beschikbaar op het web en zijn opgenomen in een poging om zoveel mogelijk van de volgende informatie over de meest voorkomende ergotherapeutische testen, assessments en beoordelingen te verstrekken: doel, voorbeeldformulieren, scoringsgegevens, testadministratie, betrouwbaarheid en/of validiteit. Om deze ergotherapeutische testen en assessments in de praktijk uit te voeren, moeten uiteraard de bijbehorende materialen/kits worden aangeschaft.
Afbeelding is gegenereerd door Microsoft Copilot
Hieronder een overzicht van trainingen op het gebied van procesmodellen, assessments en interventies.
--------------------------------------------------------------------------------
De COPM Learning Module is een uitgebreide online cursus, die is ontworpen voor nieuwe gebruikers van de Canadian Occupational Performance Measure (COPM) en voor degenen die hun kennis willen opfrissen. In vijf hoofdstukken worden de achtergrond, de theoretische grondslagen, het beheer van de maatregel en het onderzoeksbewijs behandeld, met diverse oefeningen en videovoorbeelden.
Afbeelding is gegenereerd door Microsoft Copilot
Hieronder een overzicht van diverse MOHO-gerelateerde procesmodellen, assessments en interventies.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Model of Human Occupation (MOHO) is een model dat beschrijft hoe mensen hun beroep ontwikkelen en veranderen in interactie met de omgeving. Het is gebaseerd op een dynamische, open cyclus van menselijk gedrag.
--------------------------------------------------------------------------------
De Model of Human Occupation Screening Tool (MOHOST) is gebaseerd op het Model of Human Occupation (MOHO). De tool meet de betrokkenheid van de cliënt bij zijn omgeving op het gebied van zelfzorg, productiviteit en ontspanning.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Occupational Performance History Interview II (OPHI-II) is een driedelig evaluatie-instrument voor ergotherapie dat is ontworpen om zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens te verzamelen over het gedrag van de cliënt. Onderwerpen die in het interview aan bod komen zijn onder andere: Rollen, dagelijkse routine, handelingssituaties, activiteiten/handelingskeuzes en cruciale levensgebeurtenissen.
--------------------------------------------------------------------------------
De Work Environment Impact Scale (WEIS) is een semigestructureerd interview en een beoordelingsschaal die ontworpen is om de therapeut te helpen informatie te verzamelen over hoe mensen met fysieke of psychosociale beperkingen hun werkomgeving ervaren en waarnemen.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Worker Role Interview (WRI) is een semigestructureerd interview en wordt beoordeeld op een 4-puntsschaal. Het WRI meet de psychosociale factoren en omgevingsfactoren die van invloed zijn op terugkeer naar het werk na ziekte of letsel.
Kielhofner's Model of Human Occupation (van Renee Taylor, Patricia Bowyer en Gail Fisher)
Dit boek is volledig bijgewerkt met het laatste onderzoek en is de definitieve bron voor de theorie en toepassing van het meest gebruikte model in de huidige ergotherapie. Een cliëntgerichte benadering onderzoekt wat elk individu motiveert, hoe ze beroepen selecteren en dagelijkse routines opzetten, en hoe de omgeving het beroepsgedrag beïnvloedt. Deze herziene 6e editie weerspiegelt het huidige kader en bevat de meest actuele MOHO-theorie, onderzoek en toepassingspraktijken om gebruikers volledig voor te bereiden op de hedendaagse uitdagingen in de cliëntenzorg.
Plaatsingscode: 612.51 Kiel
Willard and Spackman's Occupational Therapy (van Barbara Schell en Glen Gillen)
De 13e editie is nu volledig bijgewerkt om de huidige praktijk te weerspiegelen en blijft de onmisbare bron die studenten zullen gebruiken tijdens hun hele OT-programma, van klas tot praktijk en gedurende hun hele carrière. Deze editie zit boordevol verhalen uit de eerste hand die een uniek perspectief bieden op het leven van mensen die leven met een ziekte, en biedt veel nieuwe informatie om studenten en clinici te helpen de kennis en vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben om een cliëntgerichte, evidence-based en cultureel relevante benadering toe te passen in het hele spectrum van praktijksettings.
Plaatsingscode: 612.5 Will
Occupational Therapy Groups for Addressing Mental Health Challenges in School-Aged Populations: A Tier 2 Resource (van Brad Egan, Cindy Sears en Allen Keener)
Dit boek is een verzameling van beroepsgerichte groepsinterventies en hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden om leerlingen te ondersteunen die risico lopen op een psychische aandoening of bij wie psychische problemen zijn vastgesteld. Ergotherapeuten bevinden zich in een unieke positie om samen te werken met traditionele schoolpsychologen en een beroepsperspectief te bieden op hoe geestelijke gezondheid van invloed kan zijn op academische prestaties en deelname aan academische carrières.
Plaatsingscode: 612.51 Occu
(Klik HIER voor het E-boek)
Theorising Occupational Therapy Practice in Diverse Settings (onder redactie van Jennfer Creek, Nick Pollard en Michael Allen)
De praktijktheorie biedt een manier om het dagelijks leven te begrijpen, maar tot nu toe is de toepassing ervan in de ergotherapie nog niet erg ontwikkeld. Dit boek maakt gebruik van de praktijktheorie om de voorwaarden voor de praktijk van de ergotherapie in verschillende klinische en niet-traditionele settings te onderzoeken. Het is relevant voor zowel degenen die werkzaam zijn in, of zich voorbereiden op, stages in de reguliere gezondheidszorg en sociale zorg, of in gemeenschapsbedrijven, liefdadigheidsinstellingen en sociale ondernemingen.
Plaatsingscode: 603.41 Theo
(Klik HIER voor het E-boek)
Supervision for Occupational Therapy: Practical Guidance for Supervisors and Supervisees (onder redactie van Karina Dancza, Anita Volkert en Stephanie Tempest)
Dit boek is een praktische tekst die zowel supervisors als supervisanten begeleidt bij het optimaal benutten van supervisiemogelijkheden. Het biedt advies over de hele loopbaan en een proces van zelf- en professionele ontwikkeling om doorheen te werken. Het biedt een manier om het leren van supervisors en supervisanten en hun supervisiepraktijk te ondersteunen gedurende hun hele werkende leven. Het is een essentiële gids voor alle ergotherapeuten.
Plaatsingscode: 603.41 Supe
(Klik HIER voor het E-boek)
Grondslagen van ergotherapie (onder redactie van Margo van Hartingsveldt, Daphne Kos en Mieke le Granse)
Dit boek is hét standaardwerk over ergotherapie en de professie van de ergotherapeut in Nederland en Vlaanderen. Inhoudelijk zijn alle hoofdstukken geactualiseerd en meer toegankelijk gemaakt. Ieder hoofdstuk heeft nu een basisdeel gericht op de eerstejaars student en een verdiepend deel voor ouderejaars en professionals. Daarnaast zijn er drie nieuwe hoofdstukken. Onder meer over participatie, gezondheid en welzijn, de ergotherapeut in individueel perspectief en over het Person-Evironment-Occupation (PEO-)model.
Plaatsingscode: 612.5 Gron
(Klik HIER voor het E-boek)
Assessments in der Ergotherapie (onder redactie van Helen Strebel, Claudia Merklein-de Freitas en Florence Kranz)
Om het ergotherapeutische proces cliënt- en activiteitgericht te maken, hebben ergotherapeuten zinvolle assessments nodig waarmee ze bijvoorbeeld informatie kunnen verzamelen over het activiteitenprofiel, de zorgen en de prestaties van hun cliënten. De fase van (her)evaluatie vereist een gerichte selectie en implementatie van assessments. Het is ook belangrijk om de gegevens juist te interpreteren en te gebruiken voor het verdere verloop van de behandeling. Maar hoe kunnen geschikte assessments geselecteerd worden? Welke informatie leveren ze eigenlijk op voor het ergotherapeutische proces?
Plaatsingscode: 612.51 Asse
COPM: Canadian Occupational Performance Measure: 5th Edition Revised (van Mary Law, Sue Baptiste, Anne Carswell, Mary-Ann McColl, Helene Polatajko en Nancy Pollock)
De COPM is het beoordelingsinstrument voor het Canadian Model of Occupational Performance (CMOP). Deze handleiding beschrijft in detail hoe het COPM-interview stap voor stap moet worden afgenomen. Het interview helpt therapeuten de problemen van cliënten op het gebied van beroepsprestaties te beoordelen en het succes van de therapie in de loop van de tijd te meten - uitsluitend vanuit het gezichtspunt van de cliënt. Centraal staan de behoeften, wensen en zelfevaluatie van de cliënt.
Plaatsingscode: 612.51 Law
Assessments in Occupational Therapy Mental Health: An Integrative Approach (onder redactie van Barbara J. Hemphill en Christine Urish)
Dit boek biedt een unieke compilatie van geestelijke gezondheidsbeoordelingen die worden onderwezen in ergotherapeutische academische programma's en die worden gebruikt in de klinische praktijk. Deze vierde editie presenteert kennis over het evaluatieproces, beoordelingen die actueel en nauwkeurig zijn, en hoe onderzoek te genereren voor het ontwikkelen van beoordelingsinstrumenten.
Plaatsingscode: 607. 51 Asse
(Klik HIER voor het E-boek)
Grundlagen der Ergotherapie (onder redactie van Mieke le Granse, Margo van Hartingsveldt en Astrid Kinébanian)
Uw naslagwerk voor ergotherapie. Met de vertaling van de vijfde editie is het in Nederland veelgebruikte standaardwerk Grondslagen van ergotherapie nu eindelijk ook beschikbaar voor de Duitstalige landen. De redacteuren konden ergotherapeuten uit Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland aantrekken en zo ook de actuele ontwikkelingen in de ergotherapie in deze landen integreren.
Plaatsingscode: 612.5 Grun
Measuring Occupational Performance: Supporting Best Practice in Occupational Therapy (onder redactie van Mary Law, Carolyn Baum en Winnie Dunn)
Dit boek geeft een overzicht van de meetinstrumenten die nodig zijn om de arbeidsprestaties van cliënten te beoordelen, de beste interventie te bieden en de effectiviteit van die interventie te documenteren. In deze derde editie zijn nieuwe onderwerpen toegevoegd, waaronder het meten van schoolprestaties. Ook is een hoofdstuk opgenomen over meetprincipes en ontwikkeling om de gemeenschappelijke concepten van alle metingen in de tekst te benadrukken.
Plaatsingscode: 612.51 Meas
(Klik HIER voor het E-boek)
Ergotherapie in der Pädiatrie: Klientenzentriert - betätigungsorientiert - evidenzbasiert (van Astrid Baumgarten en Helen Strebel)
De algemene maatschappelijke en professionele ontwikkelingen binnen de ergotherapie hebben een bijzondere invloed op de kindergeneeskunde. Waar een paar jaar geleden nog de nadruk lag op individuele therapiemethoden, is het nu vanzelfsprekend om in dit specialisme evidence-based, cliënt- en activiteitgerichte interventies uit te voeren. Nieuwe beoordelingen en behandelmethoden hebben geleid tot een aanzienlijke verandering en verbetering van de mogelijkheden van ergotherapie.
Plaatsingsscode: 605.22 Ergo
Asher's Occupational Therapy Assessment Tools: An Annotated Index (onder redactie van Ina Elfant Asher)
In deze nieuwe editie van de klassieke publicatie worden bijna 600 instrumenten van de ergotherapie besproken, waaronder vele die door ergotherapeuten zijn ontwikkeld. Een internationaal team van academici, clinici, onderzoekers en promovendi werkzaam in verschillende praktijkdomeinen heeft aan deze update meegewerkt. Deze editie bevat een matrix van alle beoordelingen, met inhoudsgebieden en leeftijdsgroepen van elk instrument.
Plaatsingscode: 603.41 Occu
(Klik HIER voor het E-boek)
Das Model of Human Occupation Screening Tool (MOHOST): Benutzerhandbuch und Formblatt (van Sue Parkinson, Kirsty Forsyth, Gary Kielhofner, Caroline Adler, Greta Keutgen en Anet Michel)
De MOHOST stelt de ergotherapeut in staat om een holistisch beeld te krijgen van het arbeidsgedrag van de cliënt, om een behandelplan voor de cliënt op te stellen en om gebieden te identificeren waarvoor verdere beoordelingsinstrumenten nodig zijn. Het verzamelt informatie over de cliënt op het gebied van wil, gewoonte, prestatievermogen en de mate waarin de omgeving de uitvoering van de activiteit ondersteunt.
Plaatsingscode: 612.51 Park
Hieronder een overzicht van diverse Canadese ergotherapeutische procesmodellen, assessments en interventies.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Canadian Model of Occupational Performance and Engagement (CMOP-E) is een model van beroepsprestatie dat voortgekomen is uit het Canadian Model of Occupational Performance (CMOP).
--------------------------------------------------------------------------------
De Canadian Occupational Performance Measure (COPM) is een op feiten gebaseerd meetinstrument dat ontworpen is om de zelfperceptie van een cliënt te meten over zijn of haar prestaties in het dagelijks leven gedurende een langere periode.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Canadian Occupational Therapy Inter-Relational Practice Process (COTIPP) is een gids voor samenwerkings- en relatieprocessen in de ergotherapie.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Canadian Practice Process Framework (CPPF) bestaat uit vier verschillende componenten, waarvan er drie contextueel zijn (waaronder de sociale context, praktijkcontext en referentiekader). De vierde component is procesgerelateerd en wordt vertegenwoordigd door de acht actiepunten die het proces van professionele betrokkenheid begeleiden.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Occupational Performance Process Model (OPPM) is gebaseerd op de concepten van beroeps- en cliëntgericht werken. Dit betekent dat therapeuten de beroepsprestatieproblemen van cliënten moeten oplossen door middel van een cliëntgerichte benadering.
Hieronder een overzicht van diverse ergotherapeutische procesmodellen, assessments en interventies.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Dynamic Model of Occupation-based Pratice kwam naar voren met vier constructen, waaronder feitelijke bezetting, zinvolle en doelgerichte waarde, therapeutische intentie en actieve deelname. Het model verklaart het steeds veranderende proces van therapeutische interacties door de essentie van de interactie weer te geven langs een continuüm tussen een discreet model en praktijkgerichte bezigheden.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Occupational Performance Inventory of Sexuality & Intimacy (OPISI-DE) is ontwikkeld om een beter inzicht te krijgen in de factoren en lichaamsfuncties van cliënten die van invloed zijn op de uitvoering van activiteiten in verband met seksualiteit en intimiteit in de specifieke context van deze personen.
--------------------------------------------------------------------------------
De Human Development Model is ontwikkeld om een diepgaand inzicht te krijgen in de factoren en lichaamsfuncties van de cliënt die van invloed zijn op het uitvoeren van activiteiten op het gebied van seksualiteit en intimiteit in de specifieke context van deze personen.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Kawa Model is een therapeutische methode die in Japan is ontwikkeld door ergotherapeuten.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Model of Occupational Wholeness richt zich op de vier dimensies van beroep: Doen, Zijn, Worden en Erbij horen en hoe deze dimensies leiden tot iemands heelheid, gezondheid en welzijn. Dit model wordt geïllustreerd door driehoeken
--------------------------------------------------------------------------------
Het Occupation Based Community Development Framework identificeert de iteratieve fasen van dergelijke interventies als initiatie, ontwerp, implementatie, controle en evaluatie.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Occupational Performance Model (Australië) [OPM(A)] is een van de vele modellen voor menselijke bezigheden en beroepsprestaties die wereldwijd door theoretici op het gebied van ergotherapie zijn ontwikkeld.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Occupational Therapy Intervention Process Model (OTIPM) is een van de verschillende modellen van menselijke bezetting en beroepsprestaties die wereldwijd door theoretici op het gebied van de ergotherapie zijn ontwikkeld.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Participatory Occupational Justice Framework (POJF) is ontwikkeld om de basis te leggen voor reflectieve en gezamenlijke actie om gevallen van beroepsmatige onrechtvaardigheid aan te pakken, en is geen recept voor interventie.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Person-Environment-Occupation (PEO) Model is een ergotherapeutisch praktijkmodel dat benadrukt dat er gedurende het hele leven transactionele relaties bestaan tussen de persoon, de omgeving en het beroep, die van invloed kunnen zijn op de beroepsprestaties.
--------------------------------------------------------------------------------
Het Person-Environment-Occupation-Performance model (PEOP) is een ergotherapeutisch praktijkmodel dat benadrukt dat er gedurende het hele leven transactionele relaties bestaan tussen de persoon, de omgeving en het beroep die de beroepsprestaties kunnen beïnvloeden.
--------------------------------------------------------------------------------
De Theory of Occupational Adaptation beschrijft een proces van interne aanpassing. Deze theorie is bedoeld om ergotherapeuten te helpen cliënten te ondersteunen bij het aanpassen en uitvoeren van zinvolle activiteiten. Deze theorie benadrukt de interactie tussen de persoon en de omgeving.