Skip to Main Content

Ergotherapie: Modellen | Assessments | Interventies

Procesmodellen | Assessments | Interventies

Op deze pagina vindt je een overzicht van procesmodellen, assessments en interventies, die interessant zijn binnen de ergotherapie.

Een procesmodel is een voorstelling van een proces, waarin bouwstenen van een proces op een logische manier met elkaar worden verbonden.

Een assessment is een methodiek van psychologisch onderzoek, die al deze facetten expliciet bevordert. Het is een collaboratieve diagnostische methode, waarin de cliënt niet enkel bron is van informatie maar ook actief participeert in het onderzoek.

Een interventie is een activiteit of maatregel die door ergotherapeuten wordt ingezet om mensen te ondersteunen bij het verbeteren van hun vermogen om dagelijkse activiteiten beter aan te kunnen.

Canadese procesmodellen, assessments en interventies

Hieronder een overzicht van diverse Canadese ergotherapeutische procesmodellen, assessments en interventies.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Canadian Model of Occupational Performance and Engagement (CMOP-E) is een model van beroepsprestatie dat voortgekomen is uit het Canadian Model of Occupational Performance (CMOP).

--------------------------------------------------------------------------------

De Canadian Occupational Performance Measure (COPM) is een op feiten gebaseerd meetinstrument dat ontworpen is om de zelfperceptie van een cliënt te meten over zijn of haar prestaties in het dagelijks leven gedurende een langere periode.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Canadian Occupational Therapy Inter-Relational Practice Process (COTIPP) is een gids voor samenwerkings- en relatieprocessen in de ergotherapie.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Canadian Practice Process Framework (CPPF) bestaat uit vier verschillende componenten, waarvan er drie contextueel zijn (waaronder de sociale context, praktijkcontext en referentiekader). De vierde component is procesgerelateerd en wordt vertegenwoordigd door de acht actiepunten die het proces van professionele betrokkenheid begeleiden.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Occupational Performance Process Model (OPPM) is gebaseerd op de concepten van beroeps- en cliëntgericht werken. Dit betekent dat therapeuten de beroepsprestatieproblemen van cliënten moeten oplossen door middel van een cliëntgerichte benadering.

Model of Human Occupation (MOHO)

Het Model of Human Occupation (MOHO) is een model dat beschrijft hoe mensen hun beroep ontwikkelen en veranderen in interactie met de omgeving. Het is gebaseerd op een dynamische, open cyclus van menselijk gedrag.

--------------------------------------------------------------------------------

De Model of Human Occupation Screening Tool (MOHOST) is gebaseerd op het Model of Human Occupation (MOHO). De tool meet de betrokkenheid van de cliënt bij zijn omgeving op het gebied van zelfzorg, productiviteit en ontspanning.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Occupational Performance History Interview II (OPHI-II) is een driedelig evaluatie-instrument voor ergotherapie dat is ontworpen om zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens te verzamelen over het gedrag van de cliënt. Onderwerpen die in het interview aan bod komen zijn onder andere: Rollen, dagelijkse routine, handelingssituaties, activiteiten/handelingskeuzes en cruciale levensgebeurtenissen.

--------------------------------------------------------------------------------

De Work Environment Impact Scale (WEIS) is een semigestructureerd interview en een beoordelingsschaal die ontworpen is om de therapeut te helpen informatie te verzamelen over hoe mensen met fysieke of psychosociale beperkingen hun werkomgeving ervaren en waarnemen.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Worker Role Interview (WRI) is een semigestructureerd interview en wordt beoordeeld op een 4-puntsschaal. Het WRI meet de psychosociale factoren en omgevingsfactoren die van invloed zijn op terugkeer naar het werk na ziekte of letsel.

Procesmodellen, assessments en interventies in de collectie van Zuyd Bibliotheek

Handbuch zum Assessment der Lebensgewohnheiten (van Patrick Fougeyrollas, Luc Noreau, Alexa Dorweiler, Ümit Felden, Marlen Schlicht en Tom Dahmen)

Het Assessment der Lebensgewohnheiten (AdLg) is ontworpen als een zelfbeoordelingsvragenlijst voor volwassen personen, ongeacht ziekte en/of handicap. Het geeft de subjectieve ervaring van de cliënt weer, d.w.z. uitsluitend de cliëntgerichte visie. Als een cliënt niet in staat is om de AdLg zelfstandig in te vullen, kan een "verlengde cliënt" worden geraadpleegd die de cliënt goed kent en antwoordt in de betekenis van de cliënt.

Plaatsingscode: 603.1 Dorw

The Occupation-Centered Intervention Assesment (OCIA): A Reflection Tool for Occupation-Centered Practice (van Vanessa D. Jewell, Taylor L. Wienkes en Noralyn D. Pickens)

De Occupation-Centered Intervention Assessment (OCIA) is een uniek instrument dat studenten en ergotherapeuten kunnen gebruiken om hun eigen interventies te beoordelen door een score toe te kennen aan de niveaus van persoonlijke, contextuele, beroepsrelevante en algemene beroepsgerichtheid van de klinische praktijk, waarbij strategieën worden geïdentificeerd die onmiddellijk kunnen worden toegepast.

Plaatsingscode: 603.41 Jewe
(Klik HIER voor het E-boek)

Asher's Occupational Therapy Assessment Tools: An Annotated Index (onder redactie van Ina Elfant Asher)

In deze nieuwe editie van de klassieke publicatie worden bijna 600 instrumenten van de ergotherapie besproken, waaronder vele die door ergotherapeuten zijn ontwikkeld. Een internationaal team van academici, clinici, onderzoekers en promovendi werkzaam in verschillende praktijkdomeinen heeft aan deze update meegewerkt. Deze editie bevat een matrix van alle beoordelingen, met inhoudsgebieden en leeftijdsgroepen van elk instrument.

Plaatsingscode: 603.41 Occu
(Klik HIER voor het E-boek)

Supervision for Occupational Therapy: Practical Guidance for Supervisors and Supervisees (onder redactie van Karina Dancza, Anita Volkert en Stephanie Tempest)

Dit boek is een praktische tekst die zowel supervisors als supervisanten begeleidt bij het optimaal benutten van supervisiemogelijkheden. Het biedt advies over de hele loopbaan en een proces van zelf- en professionele ontwikkeling om doorheen te werken. Het biedt een manier om het leren van supervisors en supervisanten en hun supervisiepraktijk te ondersteunen gedurende hun hele werkende leven. Het is een essentiële gids voor alle ergotherapeuten.

Plaatsingscode: 603.41 Supe
(Klik HIER voor het E-boek)

Theorising Occupational Therapy Practice in Diverse Settings (onder redactie van Jennfer Creek, Nick Pollard en Michael Allen)

De praktijktheorie biedt een manier om het dagelijks leven te begrijpen, maar tot nu toe is de toepassing ervan in de ergotherapie nog niet erg ontwikkeld. Dit boek maakt gebruik van de praktijktheorie om de voorwaarden voor de praktijk van de ergotherapie in verschillende klinische en niet-traditionele settings te onderzoeken. Het is relevant voor zowel degenen die werkzaam zijn in, of zich voorbereiden op, stages in de reguliere gezondheidszorg en sociale zorg, of in gemeenschapsbedrijven, liefdadigheidsinstellingen en sociale ondernemingen.

Plaatsingscode: 603.41 Theo
(Klik HIER voor het E-boek)

Enabling Occupation II: Advancing an Occupational Therapy Vision for Health,well Being & Justice Through Occupation (van Elizabeth Townsend)

Dit boek zal het begrip van de lezers van de concepten van beroep en activering uitbreiden, generieke praktijkmodellen en raamwerken profileren, op beroep gebaseerde activering profileren, Canada's 30 jaar leiderschap op het gebied van de ergotherapie eren en bevestigen en het LEO-model (Leadership in Enabling Occupation) verduidelijken en opnemen.

Plaatsingscode: 603.41 Town

Ergotherapie in der Pädiatrie: Klientenzentriert - betätigungsorientiert - evidenzbasiert (van Astrid Baumgarten en Helen Strebel)

De algemene maatschappelijke en professionele ontwikkelingen binnen de ergotherapie hebben een bijzondere invloed op de kindergeneeskunde. Waar een paar jaar geleden nog de nadruk lag op individuele therapiemethoden, is het nu vanzelfsprekend om in dit specialisme evidence-based, cliënt- en activiteitgerichte interventies uit te voeren. Nieuwe beoordelingen en behandelmethoden hebben geleid tot een aanzienlijke verandering en verbetering van de mogelijkheden van ergotherapie.

Plaatsingsscode: 605.22 Ergo

SCOPE: Kurzes Betätigungsprofil für Kinder: Handbuch mit Bewertungsbögen (von gary Kielhofner, Patricia Bowyer, Annie Ploszaj, Melissa Ross, Orit Schwarz, Kathleen Kramer und Kerstin Losch)

Das SCOPE (Short Child Occupational Profile) ist ein betätigungsorientiertes, klientenzentriertes Erhebungsinstrument, das auf den Konzepten des Modells der menschlichen Betätigung (MOHO) basiert. Mithilfe von 25 Items (aus den Bereichen Volition, Habituation, Kommunikations- und Interaktionsfertigkeiten, prozesshafte Fertigkeiten, motorische Fertigkeiten und Umwelt) können Anwender die persönlichen und kontextabhängigen Faktoren erfassen, die die Betätigungsperformanz und Partizipation eines Kindes beeinflussen, fördern oder behindern. 

Plaatsingscode: 605.22 Scop

Assessments in Occupational Therapy Mental Health: Am Integrative Approach (onder redactie van Barbara J. Hemphill en Christine Urish)

Dit boek biedt een unieke compilatie van geestelijke gezondheidsbeoordelingen die worden onderwezen in ergotherapeutische academische programma's en die worden gebruikt in de klinische praktijk. Deze vierde editie presenteert kennis over het evaluatieproces, beoordelingen die actueel en nauwkeurig zijn, en hoe onderzoek te genereren voor het ontwikkelen van beoordelingsinstrumenten.

Plaatsingscode: 607. 51 Asse

MPT & ATD PA Matching Person and Technology Model (MPT-Modell) und Assistive Technology Device Predisposition Assessment (ATD PA) (van Natalie Bruckmann, Anika Cordes, Sonja Paland, Janna Schlegel en Julie Signoroni)

Het Amerikaanse model "Matching Person and Technology" (MPT) ondersteunt ergotherapeuten en professionals (werkzaam op het gebied van ondersteunende technologie) om alle aspecten van de cliënt en de omgeving in relatie tot de benodigde ondersteunende technologie vast te leggen en het succes van de advisering en therapie van ondersteunende technologie zichtbaar en meetbaar te maken. Het doel is de ideale match tussen de persoon en het betreffende hulpmiddel. 

Plaatsingscode: 612.12 Mpt

Grondslagen van ergotherapie (onder redactie van Margo van Hartingsveldt, Daphne Kos en Mieke le Granse)

Dit boek is hét standaardwerk over ergotherapie en de professie van de ergotherapeut in Nederland en Vlaanderen. Inhoudelijk zijn alle hoofdstukken geactualiseerd en meer toegankelijk gemaakt. Ieder hoofdstuk heeft nu een basisdeel gericht op de eerstejaars student en een verdiepend deel voor ouderejaars en professionals. Daarnaast zijn er drie nieuwe hoofdstukken. Onder meer over participatie, gezondheid en welzijn, de ergotherapeut in individueel perspectief en over het Person-Evironment-Occupation (PEO-)model. 

Plaatsingscode: 612.5 Gron
(Klik HIER voor het E-boek)

Grundlagen der Ergotherapie (onder redactie van Mieke le Granse, Margo van Hartingsveldt en Astrid Kinébanian)

Uw naslagwerk voor ergotherapie. Met de vertaling van de vijfde editie is het in Nederland veelgebruikte standaardwerk Grondslagen van ergotherapie nu eindelijk ook beschikbaar voor de Duitstalige landen. De redacteuren konden ergotherapeuten uit Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland aantrekken en zo ook de actuele ontwikkelingen in de ergotherapie in deze landen integreren. 

Plaatsingscode: 612.5 Grun

Das Ergotherapeutische Assessment: Version 6 : Ein validiertes Instrument zur ergotherapeutischen Diagnostik, Therapieplanung und Evaluation (van Heide Akkad, Caroline Seume, Melanie Kriegseisen-Peruzzi en Thomas Leidag)

De Ergotherapeutische Assessment (EA) maakt een uitgebreide beoordeling van bevindingen, formulering van doelen en evaluatie mogelijk. Door de gestructureerde opzet is het geschikt als documentatie-instrument voor het gehele ergotherapeutische proces. In deze versie vindt u het beoordelingsformulier, gedetailleerde informatie over de compatibiliteit met ergotherapiemodellen en de ICF en over wetenschappelijke principes. Gedetailleerde instructies zijn beschikbaar voor gebruik in de praktijk. 

Plaatsingscode: 612.5 Law

Occupational Therapy: Performance, Participation, and Well-Being (van Charles Christiansen, Julie Bass en Carolyn Baum)

Dit boek is een uitgebreide tekst over ergotherapie die studenten vertrouwd maakt met de kernkennis van het beroep en de fundamenten van de praktijk - beroepen, persoonsfactoren en omgevingsfactoren die prestaties, participatie en welzijn ondersteunen. Het PEOP-model is een voorbeeld van een person-environment-occupation-model en biedt een waardevolle routekaart voor het begrijpen van belangrijke concepten en het ontwikkelen van sterke klinische redeneervaardigheden in het ergotherapeutische proces.

Plaatsingscode: 612.5 Occu

OPHI-II: The Occupational Performance History Interview: Interview zur Betätigungsvorgeschichte (van Gary Kielhofner, Trudy Mallinson, Carrie Crawford, Melka Nowak, Matt Rigby, Alexis Henry en Deborah Walens)

De OPHI-II wordt gebruikt om de arbeidsgeschiedenis van een cliënt vast te leggen en te analyseren. Het gebruik van de OPHI-II ondersteunt cliënten enerzijds bij het vertellen van hun levensverhaal en therapeuten anderzijds bij het vastleggen van biografische gegevens en het gebruik ervan voor therapieplanning. De vragenlijsten en schalen in dit handboek ondersteunen therapeuten bij het evalueren en analyseren van de verkregen informatie.

Plaatsingscode: 612.5 Ophi

Promoting Occupational Participation: Collaborative Relationship-Focused Occupational Therapy (onder redactie van Mary Egan en Gayle Restall)

Dit boek benadrukt dat het proces van ergotherapie gericht is op samenwerkingsrelaties met individuen, families, groepen, gemeenschappen en populaties. Het bouwt voort op concepten en processen om de kracht, kennis, talenten en hulpbronnen van individuen en groepen te waarderen. De publicatie introduceert drie belangrijke ontwikkelingen: De karakterisering van de relaties van ergotherapeuten met cliënten, Het primaire doel van de praktijk, Het proces van ergotherapie terwijl het verschuift om zich te richten op rechtvaardigheid, gelijkheid en rechten voor individuen en collectieven. 

Plaatsingscode: 612.5 Prom

Willard and Spackman's Occupational Therapy (van Barbara Schell en Glen Gillen)

Vol met persoonlijke verhalen die een uniek perspectief bieden op het leven van mensen die leven met een ziekte, biedt deze editie veel nieuws, terwijl het studenten en clinici blijft helpen bij het ontwikkelen van de kennis en vaardigheden die ze nodig hebben om een cliëntgerichte, evidence-based en cultureel relevante benadering toe te passen in het hele spectrum van praktijksettings.

Plaatsingscode: 612.5 Will

Willard and Spackman's Occupational Therapy (van Barbara Schell en Glen Gillen)

De 13e editie is nu volledig bijgewerkt om de huidige praktijk te weerspiegelen en blijft de onmisbare bron die studenten zullen gebruiken tijdens hun hele OT-programma, van klas tot praktijk en gedurende hun hele carrière. Deze editie zit boordevol verhalen uit de eerste hand die een uniek perspectief bieden op het leven van mensen die leven met een ziekte, en biedt veel nieuwe informatie om studenten en clinici te helpen de kennis en vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben om een cliëntgerichte, evidence-based en cultureel relevante benadering toe te passen in het hele spectrum van praktijksettings.

Plaatsingscode: 612.5 Will

WRI Benutzerhandbuch für das Worker Role Interview (Version 10.0) (van Brent Braveman, Mick Robson, Craig Velozo, Gary Kielhofner, Gail Fisher, Kirsty Forsyth en Jennifer Kerschbaum)

Dit beoordelingsinstrument uit de MOHO (Model of Human Occupation) beoordelingsreeks van Gary Kielhofner en zijn team is bedoeld voor ergotherapeuten die werkzaam zijn in de arbeidsrevalidatie. De beperkingen van de cliënten voor wie het assessment bedoeld is, kunnen zowel fysieke als psychologische problemen zijn. Therapeuten krijgen gedetailleerde instructies over hoe ze het assessment moeten uitvoeren; ze kunnen kiezen uit verschillende assessmentformulieren en er worden mogelijke vragen voor het interview gepresenteerd.

Plaatsingscode: 612.5 Wri

Assessments in der Ergotherapie (onder redactie van Helen Strebel, Claudia Merklein-de Freitas en Florence Kranz)

Om het ergotherapeutische proces cliënt- en activiteitgericht te maken, hebben ergotherapeuten zinvolle assessments nodig waarmee ze bijvoorbeeld informatie kunnen verzamelen over het activiteitenprofiel, de zorgen en de prestaties van hun cliënten. De fase van (her)evaluatie vereist een gerichte selectie en implementatie van assessments. Het is ook belangrijk om de gegevens juist te interpreteren en te gebruiken voor het verdere verloop van de behandeling. Maar hoe kunnen geschikte assessments geselecteerd worden? Welke informatie leveren ze eigenlijk op voor het ergotherapeutische proces?

Plaatsingscode: 612.51 Asse

Aktivität und Partizipation bei Menschen mit schweren psychischen Erkrankungen fördern (volgt)

De aanpak van Enabling Action - Overcoming Inertia richt zich nu meer op participatie. Het presenteert een herstelgerichte, op sterke kanten gebaseerde benadering voor het aanpakken van de ingrijpende verstoringen in dagelijkse activiteiten en maatschappelijke participatie die mensen met ernstige psychische aandoeningen vaak ervaren. Met een focus op ondersteund 'doen' nemen mensen deel aan kleine activiteiten en kleine participatie-inspanningen, waardoor de weg wordt vrijgemaakt voor duurzame veranderingen op de langere termijn die hen betekenis en welzijn bieden.

Plaatsingscode: 612.51 Akti

OTIPM Occupational Therapy Intervention Process Model (van Anne Fisher en Barbara Dehnhardt)

Met talrijke illustraties, tabellen en geheugensteunzinnen presenteert dit boek op een begrijpelijke manier - aan welke soorten interventies (restitutieve, acquisitieve en adaptieve activiteiten) we prioriteit moeten geven; - op welke principes we ergotherapeutische interventies baseren; - welke doelgerichte handelingen, d.w.z. motorische en procesgerelateerde vaardigheden evenals sociale interactievaardigheden, we tijdens een activiteit kunnen observeren en welke ICF-codes ze hebben; - hoe we het OTIPM kunnen implementeren: Twee casestudies leggen de concrete toepassing uit. 

Plaatsingscode: 612.51 Fish

Powerful Practice (van Anne Fisher en Abbey Marterella)

Dit boek biedt clinici, docenten en studenten een praktische en toegankelijke gids voor het verlenen van ergotherapeutische diensten in verschillende praktijksettings. Gebaseerd op tientallen jaren ervaring in de praktijk, onderwijs en onderzoek, bieden de auteurs een kritisch en provocerend perspectief op de hedendaagse ergotherapie. Ze dagen lezers uit om hun unieke expertise als ergotherapeuten te omarmen en presenteren een oproep tot actie voor het implementeren van evaluaties en interventies die nauwkeuriger, meer evidence-based en legitiem zijn voor gebruik in de ergotherapie.

Plaatsingscode: 612.51 Fish

Kielhofner's Model of Human Occupation (van Renee Taylor, Patricia Bowyer en Gail Fisher)

Dit boek is volledig bijgewerkt met het laatste onderzoek en is de definitieve bron voor de theorie en toepassing van het meest gebruikte model in de huidige ergotherapie. Een cliëntgerichte benadering onderzoekt wat elk individu motiveert, hoe ze beroepen selecteren en dagelijkse routines opzetten, en hoe de omgeving het beroepsgedrag beïnvloedt. Deze herziene 6e editie weerspiegelt het huidige kader en bevat de meest actuele MOHO-theorie, onderzoek en toepassingspraktijken om gebruikers volledig voor te bereiden op de hedendaagse uitdagingen in de cliëntenzorg.

Plaatsingscode: 612.51 Kiel

COPM: Canadian Occupational Performance Measure: 5th Edition Revised (van Mary Law, Sue Baptiste, Anne Carswell, Mary-Ann McColl, Helene Polatajko en Nancy Pollock)

De COPM is het beoordelingsinstrument voor het Canadian Model of Occupational Performance (CMOP). Deze handleiding beschrijft in detail hoe het COPM-interview stap voor stap moet worden afgenomen. Het interview helpt therapeuten de problemen van cliënten op het gebied van beroepsprestaties te beoordelen en het succes van de therapie in de loop van de tijd te meten - uitsluitend vanuit het gezichtspunt van de cliënt. Centraal staan de behoeften, wensen en zelfevaluatie van de cliënt. 

Plaatsingscode: 612.51 Law

Measuring Occupational Performance: Supporting Best Practice in Occupational Therapy (onder redactie van Mary Law, Carolyn Baum en Winnie Dunn)

Dit boek geeft een overzicht van de meetinstrumenten die nodig zijn om de arbeidsprestaties van cliënten te beoordelen, de beste interventie te bieden en de effectiviteit van die interventie te documenteren. In deze derde editie zijn nieuwe onderwerpen toegevoegd, waaronder het meten van schoolprestaties. Ook is een hoofdstuk opgenomen over meetprincipes en ontwikkeling om de gemeenschappelijke concepten van alle metingen in de tekst te benadrukken. 

Plaatsingscode: 612.51 Meas
(Klik HIER voor het E-boek)

Work Environment Impact Scale (WEIS): Fragebogen zum Einfluß der Arbeitsumgebung auf den Stelleninhaber (van Renee Moore-Corner, Gary Kielhofner en Ulrike Marotzki)

Plaatsingscode: 612.51 Moor

Occupational Therapy Groups for Addressing Mental Health Challenges in School-Aged Populations: A Tier 2 Resource (van Brad Egan, Cindy Sears en Allen Keener)

Dit boek is een verzameling van beroepsgerichte groepsinterventies en hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden om leerlingen te ondersteunen die risico lopen op een psychische aandoening of bij wie psychische problemen zijn vastgesteld. Ergotherapeuten bevinden zich in een unieke positie om samen te werken met traditionele schoolpsychologen en een beroepsperspectief te bieden op hoe geestelijke gezondheid van invloed kan zijn op academische prestaties en deelname aan academische carrières.

Plaatsingscode: 612.51 Occu
(Klik HIER voor het E-boek)

Das Model of Human Occupation Screening Tool (MOHOST): Benutzerhandbuch und Formblatt (van Sue Parkinson, Kirsty Forsyth, Gary Kielhofner, Caroline Adler, Greta Keutgen en Anet Michel)

De MOHOST stelt de ergotherapeut in staat om een holistisch beeld te krijgen van het arbeidsgedrag van de cliënt, om een behandelplan voor de cliënt op te stellen en om gebieden te identificeren waarvoor verdere beoordelingsinstrumenten nodig zijn. Het verzamelt informatie over de cliënt op het gebied van wil, gewoonte, prestatievermogen en de mate waarin de omgeving de uitvoering van de activiteit ondersteunt.

Plaatsingscode: 612.51 Park

Kielhofner's Model of Human Occupation: Theory and Application (van Renee Taylor)

Deze 5e editie van Kielhofners Model of Human Occupation (MOHO) is bijgewerkt met nieuw onderzoek en biedt een uitgebreide beschrijving van het meest gebruikte model in de ergotherapie van vandaag. In deze nieuwe editie behoudt auteur Renée Taylor de oorspronkelijke stem en bijdragen van Dr. Kielhofner, terwijl ze de MOHO-concepten en hun toepassingen in de hedendaagse praktijk bijwerkt. Door het hele boek heen wordt een cliëntgerichte benadering gebruikt om te onderzoeken wat elk individu motiveert, hoe ze beroepen selecteren en dagelijkse routines vaststellen en hoe de omgeving beroepsgerelateerd gedrag beïnvloedt.

Plaatsingscode: 612.51 Tayl

Occupational Wholeness for Health and Wellbeing (van Farzaneh Yazdani)

Dit praktische boek introduceert een nieuw, op onderzoek gebaseerd model van occupational wholeness, een manier om tevredenheid te conceptualiseren met wat iemand doet om te voldoen aan behoeften op het gebied van zijn, erbij horen en worden. Het onderzoekt hoe je: het levensverhaal van mensen kunt conceptualiseren aan de hand van het model; essentiële stappen kunt nemen om eventuele problemen te helpen identificeren; persoonlijke profielen kunt opstellen; interventiestrategieën kunt introduceren om welzijn te bevorderen. 

Plaatsingscode: 612.51 Yazd
(
Klik HIER voor het E-boek)

Platformen voor procesmodellen, assessments en interventies

COSMIN helpt je bij het selecteren van de meest geschikte meetinstrumenten. COSMIN richt zich op het verbeteren van de selectie van assessments, zowel in onderzoek als in de klinische praktijk, door methodologie en praktische hulpmiddelen te ontwikkelen voor het selecteren van het meest geschikte meetinstrument.

--------------------------------------------------------------------------------

Op de website van de Eastern Michigan University wordt een overzicht van bronnen aangeboden. Deze zijn vrij beschikbaar op het web en zijn opgenomen in een poging om zoveel mogelijk van de volgende informatie over de meest voorkomende ergotherapeutische testen, assessments en beoordelingen te verstrekken: doel, voorbeeldformulieren, scoringsgegevens, testadministratie, betrouwbaarheid en/of validiteit. Om deze ergotherapeutische testen en assessments in de praktijk uit te voeren, moeten uiteraard de bijbehorende materialen/kits worden aangeschaft.

Trainingen over procesmodellen, assessments en interventies

De COPM Learning Module is een uitgebreide online cursus, die is ontworpen voor nieuwe gebruikers van de Canadian Occupational Performance Measure (COPM) en voor degenen die hun kennis willen opfrissen. In vijf hoofdstukken worden de achtergrond, de theoretische grondslagen, het beheer van de maatregel en het onderzoeksbewijs behandeld, met diverse oefeningen en videovoorbeelden.

Diverse procesmodellen, assessments en interventies

Hieronder een overzicht van diverse ergotherapeutische procesmodellen, assessments en interventies.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Dynamic Model of Occupation-based Pratice kwam naar voren met vier constructen, waaronder feitelijke bezetting, zinvolle en doelgerichte waarde, therapeutische intentie en actieve deelname. Het model verklaart het steeds veranderende proces van therapeutische interacties door de essentie van de interactie weer te geven langs een continuüm tussen een discreet model en praktijkgerichte bezigheden.

--------------------------------------------------------------------------------

Das Handlungsperformanz-Inventar für Sexualität und Intimität (OPISI-DE) wurde entwickelt, um ein vertieftes Verständnis der Faktoren und Körperfunktionen des Klient:innen zu gewinnen, die sich auf die Ausführung von Aktivitäten im Zusammenhang mit Sexualität und Intimität im spezifischen Kontext diesen Personen auswirken.

--------------------------------------------------------------------------------

De Human Development Model is ontwikkeld om een diepgaand inzicht te krijgen in de factoren en lichaamsfuncties van de cliënt die van invloed zijn op het uitvoeren van activiteiten op het gebied van seksualiteit en intimiteit in de specifieke context van deze personen.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Kawa Model is een therapeutische methode die in Japan is ontwikkeld door ergotherapeuten.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Model of Occupational Wholeness richt zich op de vier dimensies van beroep: Doen, Zijn, Worden en Erbij horen en hoe deze dimensies leiden tot iemands heelheid, gezondheid en welzijn. Dit model wordt geïllustreerd door driehoeken

--------------------------------------------------------------------------------

Het Occupation Based Community Development Framework identificeert de iteratieve fasen van dergelijke interventies als initiatie, ontwerp, implementatie, controle en evaluatie.

--------------------------------------------------------------------------------

Das Occupational Performance Model (Australië) [OPM(A)] ist eines von mehreren Modellen der menschlichen Beschäftigung und beruflichen Leistung, die weltweit von Theoretiker:innen der Ergotherapie entwickelt wurden.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Occupational Therapy Intervention Process Model (OTIPM) is een van de verschillende modellen van menselijke bezetting en beroepsprestaties die wereldwijd door theoretici op het gebied van de ergotherapie zijn ontwikkeld.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Participatory Occupational Justice Framework (POJF) is ontwikkeld om de basis te leggen voor reflectieve en gezamenlijke actie om gevallen van beroepsmatige onrechtvaardigheid aan te pakken, en is geen recept voor interventie.

--------------------------------------------------------------------------------

Das Person-Environment-Occupation (PEO) Model l ist ein ergotherapeutisches Praxismodell, das betont, dass während des gesamten Lebens transaktionale Beziehungen zwischen der Person, dem Umfeld und dem Beruf bestehen, die die berufliche Leistung beeinflussen können.

--------------------------------------------------------------------------------

Het Person-Environment-Occupation-Performance model (PEOP) is een ergotherapeutisch praktijkmodel dat benadrukt dat er gedurende het hele leven transactionele relaties bestaan tussen de persoon, de omgeving en het beroep die de beroepsprestaties kunnen beïnvloeden.

--------------------------------------------------------------------------------

De Theory of Occupational Adaptation beschrijft een proces van interne aanpassing. Deze theorie is bedoeld om ergotherapeuten te helpen cliënten te ondersteunen bij het aanpassen en uitvoeren van zinvolle activiteiten. Deze theorie benadrukt de interactie tussen de persoon en de omgeving.

www.zuyd.nl | Disclaimer | Over Zuyd Bibliotheek